Koning Daniel

Hij had geen paleis

Hij had geen rijk

Hij zat niet op een troon

Hij droeg geen gouden kroon

Hij droeg geen dure Titels

als teken van verhevenheid

Daniel was een ster tussen de sterren
die het licht met mens en aarde deelde

Hij was een bloem in een woud van bomen
een orchidee in de tuin met klavers en rozen

Voor Daniel was elk mens, een parel,
een schat uniek en van waarde gelijk


Maar zijn volk had hem verstoten
in de naam van een geloof
omdat hij vrouwen gewadendroeg
en zijn haren kleurde
in de kleuren van de regenboog

je moet dit, je moet dat,
je moet je gedragen,
je moet luisteren,
je moet gehoorzamen
je moet geloven,

en als jij dat niet doet
dan ben je voor ons niets waard
dan willen wij jou niet meer zien
dan val je maar dood neer op je snuit
dan zoek je het zelf maar lekker uit

Die arme lieve Daniel
zo goed en lief hij was
werd hij verstoten
omdat in zichzelf geloofde

Daniel vond een toevlucht
in de grot der verstoten zielen
daar hij werd omarmd gelijk als een
om lief en leed samen liefdevol te delen

Daar zongen en dansten de muzen
de rijke en de arme eenzamen,
dolenden en vervreemden, jong en oud,
elk op hun eigen creatieve manier
in een heerlijke waas van mirre,
onder het genot van zoete wijnen,
mede, water uit de bron, en gersten bier

Toen het feest was afgelopen
rond drie uur, midden in de nacht
nam iedereen afscheid van elkaar
begroet door de glimlach
van de helder volle maan

Het was vredig stil in de stad
toen de zon aan de horizon verrees
om licht en warmte te schenken
aan al dat bloeit en leeft op aard

Een muze ontwaakte in haar
met rozen en Lelietjes van dalen
versierde bloemenbed

De minstreel speelde met zijn luit
een vrolijke ode aan de muze
aan het leven en de vrijheid

Een zwerver ontwaakte bij de grachten
waar hij een krentenbrood aan de eendjes voerde
De mensen begroeten hem vriendelijk
en schonken hem wat kleingeld en zoete koek

Een prachtig versierde feestboot kwam voorbij gevaren
met daarop een dansend gezelschap in alle kleuren en maten
De zwerver wuifde en zij wuifden terug met zijn allen
delende het geluk in die ene mooie taal van harten

Bij het monument voor de vrede
op het grote plein
kwamen de mensen
uit een veelheid aan landen en culturen bijeen
om te feesten en te genieten
van het gezellig samenzijn

Plotseling kletterde daar een gouden koets,
vol praal en pracht, getrokken door bezweette paarden
over de keien van de rijk versierde straten.

De mensen konden er alleen maar om lachen
toen een koning in oranje papier gewikkelde snoepjes
begon rond te strooien, om aan te tonen
hoe rijk, goed en gul hij wel niet was

En de muzen zongen en dansten bijeen
op het ritme van de harten van elkeen
en de engelen koren zongen prachtige liederen
uit het decor van het hemels blauwe schoon

Zeven dagen later hoorden de muzen
dat Daniel was vertrokken uit de stad

Ze vroegen iedereen uit de kring
of zij wisten waar hij was

maar geen een had hem sinds de week ervoor
gezien of nog iets van hem gehoord

De laatste die hem had gezien
kon slechts getuigen
dat Daniel hem vriendelijk had gevraagd
om hem alleen te laten, om te dromen
in de grot van kleur en lichten

"een paljas met een kromme hoed,
had hem een of ander toverdrankje gegeven
en hem gezegd dat door dat te nemen,
al zijn wensen in vervulling zouden gaan
in een eindeloos mooie droom"

De minstreel wist het ook niet en zei:

"ik weet niet waar hij is,
de laatste keer dat ik hem gezien heb
zei die zo lief en lyrisch tegen mij
"wees lekker jezelf, wees vrij, leef en laat zijn,
zo hoor je er net als ik, gewoon lekker bij"

Volgens de zwerver uit het park
zou Daniel door mensen met knuppels
in elkaar zijn geslagen
bij een demonstratie op het het malieveld
waarop hij bang was weggevlucht

De gemeenschap die Daniel had verstoten
verklaarde dat Daniel uit onvrede was weggelopen
Ze wilden er verder ook niets van weten
omdat ze het druk hadden met collecteren

Daniel
tot eenieders verdriet
onaangekondigd zo onverwacht
was op reis gegaan naar het een ver land
nog verder weg dan de zon de sterren en de maan

De Muzen waakten nu bij de grot
waar in een krans van zoete bloemen
lichten straalden in bittere tranen
een wordend met de weidse zee

Waarom, is hij gegaan
waarheen is hij gegaan?

Onze lieve Daniel,
en waar was jij?
vroeg de muze

de laatste getuige, was de eerste,
aan wie zij het vroeg

hij sprak geen woord

na de stilte die volgde

zei een stem:

"hij is voor altijd gaan dromen"

toen zongen de engelen uit de hemel

"weest getroost, in de hemel wolken zal
hij voor alle tijden gelukkig zijn"

getuigend van het mysterie

van het Hemelse Rijk


Stan Rams

Amsterdam

8 08 2025

Heerlen

00 04 2009



*
Mantra: "een druppel van de zee of van de regen van daarboven die met zonlicht en jouw hart en geest wonderschone regenbogen doet kleuren"


#poezie #vrijheid #poetry #inclusion #metapride #muze
Koning Daniel Hij had geen paleis Hij had geen rijk Hij zat niet op een troon Hij droeg geen gouden kroon Hij droeg geen dure Titels als teken van verhevenheid Daniel was een ster tussen de sterren die het licht met mens en aarde deelde Hij was een bloem in een woud van bomen een orchidee in de tuin met klavers en rozen Voor Daniel was elk mens, een parel, een schat uniek en van waarde gelijk Maar zijn volk had hem verstoten in de naam van een geloof omdat hij vrouwen gewadendroeg en zijn haren kleurde in de kleuren van de regenboog je moet dit, je moet dat, je moet je gedragen, je moet luisteren, je moet gehoorzamen je moet geloven, en als jij dat niet doet dan ben je voor ons niets waard dan willen wij jou niet meer zien dan val je maar dood neer op je snuit dan zoek je het zelf maar lekker uit Die arme lieve Daniel zo goed en lief hij was werd hij verstoten omdat in zichzelf geloofde Daniel vond een toevlucht in de grot der verstoten zielen daar hij werd omarmd gelijk als een om lief en leed samen liefdevol te delen Daar zongen en dansten de muzen de rijke en de arme eenzamen, dolenden en vervreemden, jong en oud, elk op hun eigen creatieve manier in een heerlijke waas van mirre, onder het genot van zoete wijnen, mede, water uit de bron, en gersten bier Toen het feest was afgelopen rond drie uur, midden in de nacht nam iedereen afscheid van elkaar begroet door de glimlach van de helder volle maan Het was vredig stil in de stad toen de zon aan de horizon verrees om licht en warmte te schenken aan al dat bloeit en leeft op aard Een muze ontwaakte in haar met rozen en Lelietjes van dalen versierde bloemenbed De minstreel speelde met zijn luit een vrolijke ode aan de muze aan het leven en de vrijheid Een zwerver ontwaakte bij de grachten waar hij een krentenbrood aan de eendjes voerde De mensen begroeten hem vriendelijk en schonken hem wat kleingeld en zoete koek Een prachtig versierde feestboot kwam voorbij gevaren met daarop een dansend gezelschap in alle kleuren en maten De zwerver wuifde en zij wuifden terug met zijn allen delende het geluk in die ene mooie taal van harten Bij het monument voor de vrede op het grote plein kwamen de mensen uit een veelheid aan landen en culturen bijeen om te feesten en te genieten van het gezellig samenzijn Plotseling kletterde daar een gouden koets, vol praal en pracht, getrokken door bezweette paarden over de keien van de rijk versierde straten. De mensen konden er alleen maar om lachen toen een koning in oranje papier gewikkelde snoepjes begon rond te strooien, om aan te tonen hoe rijk, goed en gul hij wel niet was En de muzen zongen en dansten bijeen op het ritme van de harten van elkeen en de engelen koren zongen prachtige liederen uit het decor van het hemels blauwe schoon Zeven dagen later hoorden de muzen dat Daniel was vertrokken uit de stad Ze vroegen iedereen uit de kring of zij wisten waar hij was maar geen een had hem sinds de week ervoor gezien of nog iets van hem gehoord De laatste die hem had gezien kon slechts getuigen dat Daniel hem vriendelijk had gevraagd om hem alleen te laten, om te dromen in de grot van kleur en lichten "een paljas met een kromme hoed, had hem een of ander toverdrankje gegeven en hem gezegd dat door dat te nemen, al zijn wensen in vervulling zouden gaan in een eindeloos mooie droom" De minstreel wist het ook niet en zei: "ik weet niet waar hij is, de laatste keer dat ik hem gezien heb zei die zo lief en lyrisch tegen mij "wees lekker jezelf, wees vrij, leef en laat zijn, zo hoor je er net als ik, gewoon lekker bij" Volgens de zwerver uit het park zou Daniel door mensen met knuppels in elkaar zijn geslagen bij een demonstratie op het het malieveld waarop hij bang was weggevlucht De gemeenschap die Daniel had verstoten verklaarde dat Daniel uit onvrede was weggelopen Ze wilden er verder ook niets van weten omdat ze het druk hadden met collecteren Daniel tot eenieders verdriet onaangekondigd zo onverwacht was op reis gegaan naar het een ver land nog verder weg dan de zon de sterren en de maan De Muzen waakten nu bij de grot waar in een krans van zoete bloemen lichten straalden in bittere tranen een wordend met de weidse zee Waarom, is hij gegaan waarheen is hij gegaan? Onze lieve Daniel, en waar was jij? vroeg de muze de laatste getuige, was de eerste, aan wie zij het vroeg hij sprak geen woord na de stilte die volgde zei een stem: "hij is voor altijd gaan dromen" toen zongen de engelen uit de hemel "weest getroost, in de hemel wolken zal hij voor alle tijden gelukkig zijn" getuigend van het mysterie van het Hemelse Rijk Stan Rams Amsterdam 8 08 2025 Heerlen 00 04 2009 * Mantra: "een druppel van de zee of van de regen van daarboven die met zonlicht en jouw hart en geest wonderschone regenbogen doet kleuren" #poezie #vrijheid #poetry #inclusion #metapride #muze
1 Commentaires 0 parts